Na de middeleeuwen volgde de tijd van de grote ontdekkingsreizen. De hele aarde werd bevaren, de wereld werd voor ons geopend. Ook wij Nederlanders, toen nog de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, lieten ons niet onbetuigd en trokken de verre zeeën op. Onze zeevaarders ontdekten tal van gebieden waar ze vele ‘peperdure’ specerijen en overige handelswaar buitmaakten. De Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) die inmiddels was gesticht om maar zoveel mogelijk profijt te halen uit de ‘nieuwe werelden’, investeerde veel geld in haar vloot. Om onze ‘Gouden Eeuw’ te bereiken, moesten vele tochten worden gemaakt. Ze duurden maandenlang en waren zeker niet zonder gevaar. Regelmatig liep een reis dan ook verkeerd af. De zeevaarders moeten VER GAAN voor onze welvaart. In afstand maar zeker ook wat betreft de gevaren voor hun leven. Menig VOC-schip is dan ook VER GAAN.