De
Blenke
De Blenke 1986
.
.
.
.
.
.
.
.
Henk te Bogt
.
Rechts staan André te Bogt, Clemens Lepping en Theo te Vogt.
“Voedselketen” (11e)
Dieren moeten gereed organisch voedsel hebben, dat zij kunnen opbouwen in hun eigen lichaam. Dit staat bekend als voedselketen. Deze beginnen steeds met een plant als primair producent van voedsel. De eerste dieren in een keten worden gewoonlijk in grot getale aangetroffen, maar de volgende schakels worden vertegenwoordigd door kleinere aantallen dieren tot de grootste rover in een keten die vertegenwoordigd kan zijn door een enkele individu. Alle voedselketens zijn op een of andere wijze zodanig met elkaar verbonden, dat de structuur van de fauna en flora stabiel blijft. Een dergelijke voedselketen is op deze wagen uitgebeeld. Een bij, die voedsel zoekt in een bloem en vervolgens wordt belaagd door een vogel. Deze vogel valt ten prooi aan een vleesetende vis (Piranha), welke op zijn beurt weer door een hagedis wordt aangevallen. Het laatste dier van de keten is een alligator.
#
Juryverslag
???