Gebouwd in 1961 & 1962

Drijvende krachten achter de wagenbouw van Berendsen-Heutinck waren de broers Jan en Aloys Berendsen en de neven Joop en Harrie Heutinck.

In 1961 bouwden ze een wagen met de titel Kom van dat dak af, gebaseerd op het gelijknamige liedje van Peter Koelewijn dat in 1960 eerste in de Top-40 stond. Voor de corsowagen werd op een platte wagen een huisje van populierenhout gebouwd. Het hout was gekapt uit een singel bij Heutinck. Het dak werd met strogarven bedekt en de muren werden met dik behang afgewerkt en beschilderd. De wagen zelf werd versierd met heide, destijds veelgebruikt voor de afwerking van corsowagens. De heide werd op een heideveldje aan de Zieuwentseweg achter de spoorbaan geplukt. Omdat daar meer groepen plukten, werd ook uitgeweken naar een heideveld in Buurse. De dames hebben de gordijnen genaaid en opgehangen. De wagen werd voortgetrokken door een paard. Omdat het dier er netjes moest bijlopen, werd Jan te Bogt (Menkhorst) gevraagd de manen met touw in te vlechten. Jan was de enige in de buurt die het invlechten, wat bij officiële gelegenheden wel vaker gebeurde, beheerste.

In 1962 bouwde Berendsen-Heutinck de wagen Sneeuwwitje en de zeven dwergen, naar het gelijknamige sprookje. Op de wagen was een glazen kist gemaakt met daarin sneeuwwitje.