Historisch Archief Beltrum

Zoeken

Info Wielderink

Wielderink

.

Info

Info Wielderink

Gebouwd van 1981 tot heden

Wagenbouwen leek het jonge boerengezin Schilderinck wel leuk. Dus rolde er in 1979 een kinderwagen uit het achterhuis. Van het één kwam daarna het ander. De wagens groeiden, de groep groeide en de prestatiedrang groeide. Van een hekkensluiter is Wielderink een corsogroep geworden die op het hoogste podium acteert. Ofschoon de boerenfamilie Schilderinck naar de achtergrond is verdwenen, wordt bij Wielderink nog steeds gebouwd.

 

Groepshistorie

De Kinderboerderij, zo doopten André, Frank, Cristo en Margret Schilderinck van de Haneveldseweg het kinderwagentje waarmee ze in 1979 aan het corso deelnamen. De kinderen – gebroeders Schilderinck genaamd – hadden de smaak van het bouwen en het meelopen met het bloemencorso goed te pakken gekregen. Dus verscheen de familie Schilderinck (bijgenaamd Wielderink) het jaar erop weer met een wagentje aan de start.
In 1981 begon Schilderinck weer vol goede moed aan een nieuwe kinderwagen. Het idee was om de fusie tussen de ABTB’s van Beltrum en Groenlo uit te beelden. Er werd zo fanatiek gebouwd, dat het wagentje groter en groter werd. Na een bezoek van de Bloemencommissie werd zelfs besloten om de creatie nog een tikkeltje langer, hoger en breder te maken. Dan zou de wagen namelijk als grote wagen kunnen meedoen. De deelname aan het corso verliep minder succesvol. Na de optocht trof moeder Trees haar zoon André in de loods waar de wagen was gebouwd. André was in tranen. ‘Wat is er jongen’, vroeg Trees. Waarop haar zoon antwoordde: ‘Ze vonden onze wagen niet mooi, hebben er helemaal niet naar gekeken.’ André had gelijk. De wagen liep helemaal achteraan in de optocht, nog achter het laatste muziekcorps, en werd door het gros van de bezoekers niet eens opgemerkt. De mensen waren in de veronderstelling dat het corso voorbij was. Het Kermiscomité beloofde beterschap en moedigde de jongens aan om te blijven bouwen. Daarbij werd de waardering voor een groep met een gemiddelde leeftijd van twaalf jaar niet onder stoelen of banken gestoken.

 

De stap naar de grote wagens was groot. Zo groot dat er hulp nodig was om het vele werk te kunnen klaren. Assistentie diende zich aan toen de vrienden van de zonen plus de hele buurt zich bij de groep aansloot. De familie Kl. Nijenhuis (Diekman) en Groot Bruinderink zijn dan ook geen onbekende namen binnen de groep. De groep kreeg de naam Jong Beltrum, naar het jeugdige karakter van de nieuwe wagenbouwgroep. Afgesproken werd dat binnen de groep het plezier hoog in het vaandel stond en dat de prestatie van ondergeschikt belang zou zijn.
Naarmate de jaren verstreken, kregen de gebroeders Schilderinck minder tijd voor de wagenbouw. De boerderij eiste steeds meer aandacht. Gevolgen voor de wagenbouwgroep had het niet. Er sloten zich steeds meer mensen bij Jong Beltrum aan. Gevolg was dat de gemiddelde leeftijd steeg. In 1991 werd dan ook besloten om de naam van de groep te veranderen in Wielderink, de bijnaam van de familie Schilderinck. Ondanks dat de groep de naam van een familie draagt, is van een familiegroep weinig sprake meer. De groep bestaat nu uit mensen die alleen tijdens de bouwperiode bij elkaar zijn. Of zoals de bouwers het zelf noemen: een bij elkaar geraapt maar wel goed georganiseerd zooitje. Ofschoon de wagenbouw niet meer om de familie Schilderinck draait, zijn ze nog wel elk jaar van de partij als de vele tienduizenden bloemen op de wagen moeten. Daarnaast klopt de jongste generatie Schilderinck aan de wagenbouwdeur. Zij bouwen en plakken waar voorheen Jong Beltrum hun creaties tot stand bracht; in het achterhuis van de familie Schilderinck.
Bij de familie Schilderinck wordt al sinds jaar en dag gebouwd en is altijd gelegenheid voor een kop koffie, een potje bier en een hapje. Omdat het principe voor-wat-hoort-wat ook bij de groep Wielderink geldt, wordt de familie waar mogelijk geholpen door de wagenbouwers. Zo is geholpen bij de bouw van het woonhuis, zijn oude schuren gesloopt, schapen gezocht, golfplaten op nieuwe stallen gehangen en koeien uit de put gehaald. Op een van de bouwdagen bleken er namelijk een paar pinken (jonge koeien) door de roosters van de stal te zijn gezakt. Op allerlei manieren werd geprobeerd om de pinken uit de put te halen. Uiteindelijk was het mankracht die de klus moest klaren. Een aantal bouwers stak de handen uit mouwen of beter gezegd in de stront; om de dieren uit hun benarde positie te kunnen bevrijden moesten ze namelijk de mestput in.
Een dieptepunt uit de geschiedenis van Wielderik was de wagen ’t Geet hier Heksen uit 1997. De constructie begaf het in het corsopark. Met man en macht werd er aan de wagen gesleuteld om hem in de straten te krijgen. Dat lukte! Wielderink haalde zelfs nog de elfde plek.

 

Bouwwijze

De eerste drie wagentjes werden gebouwd op een voerwagen. Gebouwd werd er met hout, want lassen kon niet op de boerderij van de familie Schilderinck. De vierde wagen kreeg een nieuw onderstel op brommerwielen. Bij het ontwerpen van de wagens maakten de bouwers van Wielderink altijd gebruik van afbeeldingen en schetsjes. Verder was het vooral natte vingerwerk. Sinds 2003 – het jaar dat de groep haar 25-jarig jubileum vierden – wordt echter gewerkt met een maquette. Voor de bouw van zo’n schaalmodel zijn zeker zestig uur knutselen, lassen, plakken en verven nodig. De maquette miste zijn uitwerking niet. 2003 werd een jubeljaar, omdat jubilaris Wielderink zowel in de ogen van de jury als van het publiek Wielderink de beste was.
Om de kosten van de wagenbouw een beetje binnen de perken te houden, zijn ze rond 1990 begonnen met het telen van hun eigen dahlia’s. Ze zijn toen begonnen met ongeveer 1500 knollen. Doordat de wagens steeds groter werden is het aantal gestegen naar ruim 7.000 knollen. Het poten van de knollen ging vroeger allemaal met de hand. Tegenwoordig hebben ze een potter, deze is door eigen mensen in de wintertijd vervaardigd. Het plukken van de bloemen gebeurt bij Wielderink door vaste plukker die worden bijgestaan door de plukmoeders; een gezellige groep, gevormd door de ouders van de vaste bouwers. Een maquette, een eigen bollenveld, plukmoeders; de groep Wielderink groeide door de jaren heen in al haar facetten. Negentien wagenbouwers vormen de harde kern, in het plakweekeinde ondersteund door tachtig vrijwilligers. Klasseringen in de achterhoede zijn verleden tijd. De groep draait nu mee in de top van het corso. Naast gezelligheid en kameraadschappelijkheid is ook presteren een écht Wielderink-begrip geworden.

Anekdote

Ervaring met wagenbouwen hadden we niet. De eerste jaren wisten we niet eens dat je de met lijm ingestreken bloemen eeerst een tijdje moet laten drogen voor je ze op de wagen plakt. De bloemen plakten ook al zo slecht.

The Rising Klunt