In een klein huisje leefde lang geleden, de oude grijze poppenmaker Gepetto.
Hij maakte een prachtige marionet met de beeltenis van een jongetje dat hij Pinocchio noemde. Hij droomde dat deze pop tot leven zou komen.
’s Nachts kwam de vriendelijke fee en wekte Pinocchio met haar toverstaf tot leven. Ze vertelde hem dat hij pas een echte jongen was als hij flink en gehoorzaam was. Japie Krekel werd aangesteld als Geweten.
Door zijn ongehoorzaamheid belandde Pinocchio in een grote kooi. Toen hij bedacht dat hij gehoorzaam had moeten zijn, huilde hij bittere tranen.
Plotseling kwam de fee hem uit zijn benarde positie bevrijden.
Pinocchio was vrij en danste uitbundig van vreugde!