Een jongetje krijgt voor zijn verjaardag vijfentwintig tinnen soldaatjes. Het laatste soldaatje heeft maar één been omdat de speelgoedmaker net een beetje tin tekort kwam. Over dit soldaatje gaat onze corsowagen.
Het soldaatje vermaakt zich goed op de kamer van het jongetje, vooral het danseresje trekt zijn aandacht.
Om precies middernacht komt al het speelgoed tot leven. De clown, de krijtje, de aap en het andere speelgoed beginnen met elkaar te spelen en te dansen.
Als de wekker twee uur aangeeft springt het deksel van de vierkante doos open en schiet er een raar mannetje uit omhoog. Deze belooft het soldaatje dat het de volgende dag slecht met hem zal aflopen. Maar tot het zover is kan het soldaatje nog de hele nacht samen met het andere speelgoed vrolijk verder spelen.