De boeken van Puk en Muk leiden je door een wonderland vol leven en blijheid, waar zuivere humor tintelt in woord en beeld. Puk en Muk gaan er weer op uit. Deze keer gaat het via luilekkerland naar sprookjesland.
Klaas Vaak stippelt de route voor hen uit. In het grote bos aangekomen treffen ze Roodkapje huilend aan. Ze vroeg aan Puk en Muk en Moortje of zij ook wisten dat ze ongehoorzaam was geweest, en dat wisten ze natuurlijk al lang, want dat was overal al verteld. Nu ze weer op bezoek wilde gaan bij haar grootmoeder was zij er niet. De wolf had grootmoeder opgegeten en nu was ze radeloos. Wat moest ze doen. Puk, Muk en Moortje bedachten een plan. Ze lokten de boze wolf binnen in het huis en net toen hij met zijn kop naar binnen wilde gaan werd de deur dichtgegooid. De wolf trappelpootte en wrong om los te komen. Hij was gevangen en bleef gevangen. Roodkapje pakte grootmoeders schaar en begon de rug van de wolf open te knippen, en grootmoeder kwam weer tevoorschijn.
De wolf werd weer opgevuld met stekeplanten, want dat had hij verdiend. Dit alles gebeurde natuurlijk onder toeziend oog van Klaas Vaak.